• Blog

Verlies van verdienvermogen: wat houdt dit in?

Judith van Setten- van den Brink

Wanneer u door een ongeval of medische fout letsel oploopt en niet in staat bent om te werken, kan dit veel schade opleveren. Deze schade heet ook wel ‘verlies van verdienvermogen’ of ‘verlies van arbeidsvermogen’. De vraag is alleen: hoe wordt deze schadepost berekend en wat valt er allemaal onder? Hoe zit het bijvoorbeeld met inkomsten uit zwart werk?

Wanneer u door een ongeval of medische fout letsel oploopt en niet in staat bent om te werken, kan dit veel schade opleveren. Deze schade heet ook wel ‘verlies van verdienvermogen’ of ‘verlies van arbeidsvermogen’. De vraag is alleen: hoe wordt deze schadepost berekend en wat valt er allemaal onder? Hoe zit het bijvoorbeeld met inkomsten uit zwart werk?

Algemene uitgangspunten

Voor het vaststellen van verlies van verdienvermogen vergelijken we twee situaties:

  1. Wat zou het verdienvermogen zijn geweest in de situatie waarin het ongeval zich niet had voorgedaan?

  2. Wat is het verdienvermogen in de huidige situatie met ongeval?

Het verschil tussen deze twee aspecten vormt het verlies van verdienvermogen. De omvang van het verlies van verdienvermogen is erg afhankelijk van de aard van het letsel en het type arbeid.

Stel bijvoorbeeld dat u na een ongeval door tijdelijk letsel enkele maanden niet of minder in staat bent om te werken, maar daarna volledig hersteld kunt terugkeren. In de periode waarin u niet kunt werken, is uw salaris doorbetaald. Als er dan al sprake is van verlies van verdienvermogen zal dit slechts over een beperkte periode zijn. Dit is anders wanneer het herstel jaren duurt en er sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid. Wanneer daarnaast uit medisch onderzoek blijkt dat blijvend letsel bestaat, is er ook sprake van verlies van verdienvermogen voor de toekomst. In die gevallen zal de schadepost voor verlies van verdienvermogen veel hoger uitvallen.

Toekomstig verdienvermogen

Het uitgangspunt in de schaderegeling is niet dat alleen gekeken wordt naar wat het slachtoffer op basis van de huidige arbeidsfunctie jaarlijks meer zou gaan verdienen. Ook de mogelijkheid tot promotie, de komst van betere secundaire arbeidsvoorwaarden en andere positieve ontwikkelingen voor de toekomst worden meegenomen. In principe moet het slachtoffer voldoende aannemelijk maken wat het toekomstperspectief zou zijn zonder ongeval. In de rechtspraak is echter bepaald dat hieraan geen al te hoge eisen mogen worden gesteld. Het slachtoffer is namelijk de kans ontnomen om zekerheid te krijgen over dit toekomstperspectief zonder ongeval.

Voor de vaststelling van het toekomstperspectief worden daarnaast ook omstandigheden meegewogen die het verlies van verdienvermogen negatief beïnvloeden. Dit ziet bijvoorbeeld op arbeidsongeschiktheid in een latere periode van het leven vanwege een erfelijke ziekte of onderzoeken waaruit volgt dat mensen in dezelfde beroepsgroep meestal eerder met pensioen gaan of eerder uitvallen door overbelasting op het werk. De aansprakelijke partij mag de medische achtergrond van het slachtoffer dus meewegen in de berekening van het verlies van verdienvermogen. Daarvoor geldt wel een hoge drempel: er moeten concrete aanwijzingen zijn die tot dit standpunt leiden.

Bij de berekening van het verlies verdienvermogen worden kortom alle aspecten meegewogen in de onderhandeling tussen uw belangenbehartiger en de verzekeraar. Dit heet ook wel het wegen van de goede en kwade kansen.

Inkomsten uit zwart werk

In de praktijk komt het regelmatig voor dat slachtoffers in hun vrije tijd ‘bijklussen’ en op die manier inkomsten verdienen uit zwart werk. In 2000 oordeelde de Hoge Raad dat het gemist van zwarte inkomsten onderdeel kan zijn van de rechtmatige schade van het slachtoffer en daarom voor vergoeding in aanmerking komt. Het betreft immers onderdeel van de verloren gegane capaciteit om te werken. De nadruk ligt daarbij niet op het gemis aan inkomsten. Ook richting de toekomst kan op basis van de voornoemde richtlijnen de schade door gemis van inkomsten uit zwart werk worden berekend.

Voor de toewijzing van deze schade gelden wel twee voorwaarden:

Voorwaarde 1: Het slachtoffer moet aantonen dat daadwerkelijk regelmatig inkomsten uit zwart werk zijn verdiend;

Een slachtoffer kan aantonen dat er sprake was van inkomsten uit zwart werk door het overleggen van bankafschriften, e-mailberichten, agenda’s en/of een verklaring van bijvoorbeeld de werkgever/opdrachtgever waarvoor het slachtoffer zwart werkte.

Voorwaarde 2: Op de zwarte inkomsten wordt vervolgens een fictief belastingpercentage ingehouden. Met zwart werken werd namelijk geen belasting betaald over het inkomen. Het restant wordt als netto schade door verlies arbeidsvermogen uitgekeerd.

De uitbetaling van de netto schade heeft tot gevolg dat het slachtoffer niet in dezelfde positie wordt gebracht als deze zou verkeren in de situatie zonder ongeval. In die situatie zou het slachtoffer namelijk meer verdienen, nu het slachtoffer geen belasting betaalde over deze inkomsten.

Voor de berekening van de toekomstsschade voor het verlies aan verdienvermogen door zwart werk geldt opnieuw dat de goede en kwade kansen met elkaar worden vergeleken. In dat licht deed  rechtbank ’s-Hertogenbosch eerder uitspraak over de vraag of rekening gehouden moet worden met de omstandigheid dat het zwartwerken op enig moment zou zijn ontdekt. De verzekeraar in kwestie voerde aan dat het slachtoffer in die situatie de werkzaamheden zou moeten staken en een aanzienlijke fiscale boete had betaald. De rechtbank ging hier niet in mee, nu enkel de (fictieve) netto inkomsten werden meegenomen en niet werd uitgegaan van de bruto-inkomsten. Daarnaast overwoog de rechtbank dat het slachtoffer wellicht ook op enig moment had kunnen besluiten om de inkomsten wel op te geven aan de belastingdienst.

Tot slot

Het in kaart brengen van het verlies verdienvermogen als schadepost kan, afhankelijk van de ernst en aard van het letsel, een flinke klus zijn. Zeker in situaties waarin er sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid en/of blijvend letsel is het raadzaam om u te laten bijstaan door een gespecialiseerd belangenbehartiger.

Deel dit artikel:

Judith van Setten- van den Brink

Letselschadeadvocaat